2.3.2.1 Renterisicobeheer
Renterisico over de vlottende schuld
De kasgeldlimiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2018 was de kasgeldlimiet berekend op € 50,4 miljoen.
Uitgangspunt is, zolang de rente voor korte leningen lager is dan de rente voor leningen met langere looptijden dat de kasgeldlimiet optimaal wordt benut. Bij extreem lage lange rente is het mogelijk dat er eerder wordt besloten om kort lopende leningen om te zetten in lang lopende leningen. Dat is in 2018 niet gebeurd.
In 2018 is in het eerste kwartaal de kasgeldlimiet beperkt overschreden, dit is conform wetgeving toegestaan. Dit was voorzien vanwege verwachte ontvangsten van belastingen en BTW-compensatiefonds in het kwartaal er na. Verder zijn we de overige kwartalen beneden de kasgeldlimiet gebleven.
Kasgeldlimiet | Kwartaal | |||
(bedragen x € 1 miljoen) | 1 | 2 | 3 | 4 |
Netto vlottende schuld (+)/vlottende middelen | 53 | 48 | 34 | 42 |
Kasgeldlimiet | 50 | 50 | 50 | 50 |
Ruimte onder limiet | -3 | 2 | 16 | 8 |
Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Dit houdt in dat wij in enig jaar niet meer dan een bedrag ter grootte van 20% van het begrotingstotaal aan herfinanciering dan wel renteherziening mogen hebben. Dat maximum percentage is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen.
In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor de komende 5 jaren.
Hieruit blijkt dat de renterisiconorm in 2018 niet is overschreden en verdere jaren niet overschreden gaat worden.
Renterisiconorm (bedragen x € 1 mln) | Begroot | Realisatie | Begroot | |||
2018 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
- maximaal renterisico op vaste schuld | 71,1 | 50 | 77,1 | 67,4 | 33,8 | 31,1 |
- renterisiconorm | 118,5 | 118,5 | 122,5 | 122,5 | 122,5 | 122,5 |
Ruimte onder de limiet | 47,4 | 68,5 | 45,4 | 55,1 | 88,7 | 91,4 |