2.6.1 Inleiding
Voor 2018 ontvingen we € 569 miljoen aan inkomsten. Daarbij rekenen we het gebruik van reserves niet mee. Meer dan de helft van onze inkomsten kregen we van het rijk via de algemene uitkering uit het gemeentefonds en speciale uitkeringen voor bijvoorbeeld sociale zekerheid en maatschappelijke dienstverlening. Verder hebben we inkomsten uit bouwgrondexploitatie. En we hebben inkomsten van gemeentelijke belastingen, heffingen, rechten en leges. Daarbij zorgt de onroerendezaakbelasting (ozb) voor de meeste inkomsten.
In deze paragraaf is, net zoals in de MPB 2018-2021, per gebonden belasting een overzicht opgenomen van de kostendekkendheid. Ook worden de gehanteerde beleidsuitgangspunten en eventuele kruissubsidiëring toegelicht.
Stand van zaken herziening gemeentelijk belastingstelsel
De staatssecretaris heeft in mei 2018 laten weten dat de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied niet is opgenomen in de fiscale beleidsagenda. De staatssecretaris geeft aan dat de verruiming niet tot één van de vijf prioriteiten behoort. Het Rijk, de gemeenten, de provincies en de waterschappen hebben wel een akkoord gesloten om samen een aantal grote maatschappelijke opgaven aan te pakken. Dat heeft geleid tot de programmastart van het interbestuurlijke programma. Daarin is volgens de staatssecretaris onder meer afgesproken om naar aanleiding van het rapport ‘rekening houden met verschil’ gezamenlijk te werken aan het herzien van de financiële verhouding tussen het Rijk en de mede-overheden. Wij blijven de ontwikkelingen op de voet volgen.