Jaarrekening 2018

Financiering

Algemene ontwikkelingen

2.3.1 Algemene ontwikkelingen

De economische groei heeft zich in 2018 verder positief ontwikkeld. In de loop van het laatste kwartaal kwamen er echter meer signalen van afnemende groei en onzekerheid.
Zoals verwacht heeft de Europees Centrale Bank (ECB), weliswaar in stappen, haar opkoopprogramma aan het eind van 2018 beëindigd. De inflatiedoelstelling van dichtbij maar beneden de 2,0% is gedurende een periode in het jaar dichtbij geweest. In het laatste deel van jaar is de inflatiedoelstelling weer meer uit zicht geraakt. Voorlopig is er sprake van een status quo situatie en worden de ontwikkelingen nauwlettend gemonitord. De uitspraak dat de korte rente nog lange tijd laag zal blijven nadat het opkoopprogramma is beëindigd staat nog steeds.
In Amerika zien we dat de gunstige economische ontwikkelingen er toe hebben geleid dat er ook in het afgelopen jaar meerdere rentestappen omhoog zijn gezet naar een meer neutraal renteniveau. De geldmarkt is daar verder verkrapt.
Wij hadden in de begroting rekening gehouden met een marginale positieve rente over de kort lopende leningen, de ECB heeft echter geheel 2018 de rente op 0,0% laten staan en om geld uit te lenen aan de ECB moesten financiële instellingen ook in 2018 0,4% betalen. Wij hebben onze kort lopende leningen tegen gemiddeld beneden de -0,4% kunnen afsluiten over 2018.
 De 10-jaars rente staat eind van het jaar op een niveau van 0,81%. Wij hielden rekening met een rente op de lang lopende leningen tussen de 1,0% en 1,5% in 2018. De rente op de lang lopende leningen is in de loop van het jaar iets boven 1,0% gekomen om uiteindelijk in de laatste 2 maanden van het jaar te dalen naar het laagste niveau van het jaar. Recente marktverkenningen lijken voor 2019 te duiden op een rente voor de kort lopende leningen tussen -0,4 % en 0% en een voor de lang lopende leningen tussen 0,7% en 1,4%. In de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing wordt er rekening mee gehouden dat de feitelijke rente anders kan verlopen. In de alinea (4.3.2.) over renterisicobeheer blijkt dat een eventuele rente stijging gedempt wordt door een grotere spreiding van de leningenportefeuille dan de wettelijk kaders voorschrijven.

Met betrekking tot de Wet schatkistbankieren kunnen wij melden dat wij in 2018 geen geld gestald hebben in Rijks schatkist. Voor de berekening van het drempelbedrag zie de bijlage 4.10 Treasury.

De Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) speelt een belangrijke rol met betrekking tot de investeringsruimte (grof vertaald meer kasuitgaven dan inkomsten) voor de decentrale overheden en het Rijk. Uiteindelijk is eind 2017 besloten om voor 2018 de beleidslijn van 2017 neutraal voort te zetten. Dit betekende een gezamenlijke EMU-tekortnorm van -0,3% van het bbp en geen sancties bij een eventuele overschrijding. Wij hebben over 2018 minder geld uitgegeven dan er binnen kwam, dus geen bijdrage geleverd aan het EMU tekort over 2018. Dit is vooral tot stand gekomen door de verkopen bij het grondbedrijf en de vrijval van de precario.
De meest recente afspraken (begroting 2019) tussen het Rijk en decentrale overheden is een landelijke norm van 0,27% van het bbp voor alle gemeenten gezamenlijk bepaald. De indicatieve referentiewaarde voor onze gemeente is voor 2019 bepaald op € 22,4 miljoen.

Eind 2014 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) aangepast. De beperkingen die zijn opgelegd gaan minder ver dan bij de overige publieke entiteiten. De ratingeisen voor de mogelijke tegenpartijen zijn aangepast aan de huidige realiteit, dat willen zeggen dat er wettelijk nu een single A-rating als ondergrens geldt. Wij hanteren in ons treasurystatuut voorlopig nog een ondergrens van AA-. Vanuit spreiding in de financieringsvormen ligt de voorkeur bij nieuwe financieringen niet op de eerste plaats bij de inzet van rente-instrumenten. In de prijzen van de nieuwe leningen houden we rekening met een opslag, de zogenaamde liquiditeitstoeslag. Deze bewoog de afgelopen periode op het niveau van ca 0,1% bij een 10-jaars lening. We verwachten dat deze opslag in 2019 toch wat hoger zal zijn tot een niveau van ca 0,2% bij een 10-jaars lening.

De administratieve organisatie van de treasuryfunctie is georganiseerd conform het door ons in 2014 vastgestelde Treasurystatuut. Het treasurystatuut wordt momenteel geactualiseerd.

ga terug