2.3.3.1 Financieringspositie
In 2018 hadden wij voorlopig rekening gehouden met een financieringsbehoefte van € 70 miljoen. In werkelijkheid konden wij volstaan met € 50 miljoen aan nieuwe lange leningen.
De belangrijkste oorzaken voor deze lagere behoefte zijn:
- Investeringen zijn iets minder snel gerealiseerd dan vooraf ingeschat, zie ook overzicht Overlopende kredieten;
- Voor civiele werken is minder geld uit gegeven, door vertragingen en verschuivingen van werkzaamheden, dan vooraf begroot;
- Er is iets meer geld ontvangen in de Algemene Uitkering;
- Er is een positievere kasstroom uit Grondbedrijf dan vooraf ingeschat;
- Een deel van de lange schuld is vervangen door korte schuld;
Daar tegenover staat dat er meer geld is uitgegeven aan het sociale domein.
Om de totale schuldontwikkeling te beschouwen dient u de liquide middelen, de opgenomen korte leningen en de lange leningen bij elkaar te nemen en af te zetten tegen de stand per begin 2018. Hieruit blijkt dat de schuld all- over met ca € 12 miljoen is afgenomen.
Mutaties leningenportefeuille | Begroting 2018 | Rekening 2018 | ||
Bedragen (x € 1 mln) | Gemiddelde rente | Bedragen (x € 1 mln) | Gemiddelde rente | |
Stand per 1 januari | 513,4 | 2,65% | 503,4 | 2,53% |
Nieuwe leningen | 70,0 | 1,50% | 50,0 | 0,78% |
Reguliere aflossingen | 71,0 | 3,86% | 71,0 | 3,86% |
Vervroegde aflossingen | ||||
Renteherzieningen | ||||
Stand per 31 december | 512,4 | 2,26% | 482,4 | 2,24% |
Bij het opstellen van de begroting 2018 was een hogere aanvangsschuld per 1-1 verondersteld dan in werkelijkheid het geval was. We zien per saldo een afname van onze lange schulden, waarbij hierboven een aantal redenen zijn genoemd.
De gemiddelde rente is per eind 2018 met bijna 0,3% gedaald, doordat duurdere leningen zijn afgelost en we de nieuwe leningen gemiddeld net beneden de 0,8% konden aantrekken.