Het voordelige saldo wordt met name veroorzaakt door een hogere rijksvergoeding als gevolg van een toename van het aantal verstrekte kredieten aan startende ondernemers. Van de verstrekte kredieten mag 75% gedeclareerd worden bij het Rijk. Een andere oorzaak is het behalen van een hogere normbaat. Jaarlijks wordt door het rijk een normbaat vastgesteld, de normbaat geeft aan welk bedrag we aan aflossingen van versterkte kredieten zou moeten ontvangen. In 2018 is de normbaat vastgesteld op 91,4%. Door intensiever debiteurenbeheer hebben we een normbaat van 210,4% behaald. Deze hogere baat aan aflossingen hoeft niet met het Rijk verrekend te worden. Daar staat tegenover dat wanneer er een lagere normbaat wordt gehaald er ook geen compensatie van het Rijk wordt ontvangen.
319
I
Totaal baten
319
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken
1.652
1.652
1.835
1.835
183
183
Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Toelichting
Onderwijsbeleid en leerlingzaken
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
127
5
-122
233
-233
106
-5
-111
Samenkracht en burgerparticipatie
Toelichting
Samenkracht en burgerparticipatie
6.3 Inkomensregelingen
74.611
56.059
-18.552
70.274
55.845
-14.429
-4.337
-214
4.123
Inkomensregelingen
Toelichting
Inkomensregelingen
Lasten
bedragen x € 1.000,-
Toelichting
Bedrag
I/S
We behaalden ten opzichte van de begroting een voordeel op het totale taakveld 6.3 Inkomensregelingen van ongeveer € 4,1 miljoen. Dit is het resultaat voor verrekening met de bedrijfsvoeringsreserve. Dit voordelige resultaat realiseerden we met name op de onderdelen BUIG en het Sociaal Vangnet, doordat zowel de lasten (€ 4,3 miljoen), als de baten (€ 0,2 miljoen) lager zijn dan begroot. Het saldo van dit taakveld, na verrekening met de bedrijfsvoeringsreserve, wordt toegevoegd aan de Reserve Sociaal Domein.
I
Binnen dit taakveld is de BUIG een belangrijk onderdeel. Om inzichtelijk te maken wat het resultaat is op dit onderdeel in 2018 vatten we het hier samen. Nadat we de tekorten op de BUIG de afgelopen jaren hebben zien afnemen, zijn we ten opzichte van het rijksbudget in 2018 met een relatief klein te kort van ongeveer € 0,3 miljoen geëindigd. Er geldt een eigen risico voor het tekort dat gemeenten altijd zelf moeten dragen. In 2018 was dit eigen risico 5% van het ontvangen budget. Met het gerealiseerde financiële resultaat voldoen we niet meer aan de criteria om in aanmerking te komen voor de Vangnetregeling BUIG. In de MPB 2018-2021 hielden we er rekening mee dat we ruim € 4,3 miljoen meer aan bijstand zouden uitgeven. Dit is ongeveer € 0,3 miljoen geworden. Per saldo hadden we ten opzichte van de begroting ongeveer € 4 miljoen voordeel.
I
BUIG: Bij de lasten realiseerden we ten opzichte van de begroting een voordeel van ongeveer € 4,4 miljoen. Daar waren een aantal oorzaken voor: - In de begroting gingen we uit van gemiddeld 4.211 uitkeringen, het werden er 3.904 gemiddeld; De ultimo 2018 stand bedroeg 3.749. - De gemiddelde netto uitkering van ongeveer € 13.470 was € 465 hoger dan we hadden begroot, maar deze is wel aanzienlijk lager dan het landelijke gemiddelde van € 14.376 waarmee in het rijksbudget 2018 rekening mee is gehouden; - We gaven per saldo ongeveer € 0,1 miljoen minder uit voor beschut werk en loonkostensubsidies.
-4.377
I
Sociaal vangnet: We realiseerden € 0,18 miljoen lagere lasten dan begroot. We zagen een onderschrijding op de regeling individuele studietoeslag en een lager gebruik van een aantal regelingen dan we inschatten op basis van statistische gegevens. Naar aanleiding van de meicirculaire gemeentefonds zijn de door het Rijk beschikbaar gestelde extra middelen voor armoedebestrijding en voorkomen schulden, toegevoegd aan het budget. Omdat we halverwege 2018 een tekort verwachtten op de open einde regelingen ten laste van de Bijzondere Bijstand zetten we deze middelen niet voor nieuwe regelingen in. De kosten ten laste van de Bijzondere Bijstand waren hoger dan begroot. Dit gold voor de vergoedingen beschermingsbewind, maar vooral voor medische kosten en woninginrichting (leenbijstand). Dit was mede het gevolg van de ingezette beleidsvernieuwing waarvoor de Raad de verordening vanaf 2018 heeft vastgesteld. Hierin wordt professionals ruimte geboden om de juiste afwegingen te maken en te “doen wat nodig is”. Door legitimiteit, (kosten)effectiviteit en eigen kracht van de inwoner tegen elkaar af te wegen wordt beoogd te voorkomen dat later zwaardere ondersteuning nodig is. Dit leidt tot meer toekenningen Bijzondere Bijstand. Het gaat daarbij om open einde financiering waarvoor wij gedurende het jaar een overschrijding hadden verwacht. De extra middelen armoedebeleid bleken uiteindelijk niet nodig om het tekort op de Bijzondere Bijstand te dekken.
-181
I
Kwijtschelding belastingen: In 2018 scholden we € 127.000 meer aan belastingen kwijt dan in de begroting was geraamd. Dit betrof met name de afvalstoffenheffing (€ 55.000) en het rioolrecht (€ 68.000).
127
I
Overige verschillen
96
I
Totaal lasten
-4.335
Baten
bedragen x € 1.000,-
Toelichting
Bedrag
I/S
BUIG: Bij de baten behaalden we een nadeel van ongeveer € 0,4 miljoen ten opzichte van de begroting. Daar waren een aantal oorzaken voor: - Bij het definitieve budget van het Rijk voor de BUIG kregen we € 2,5 miljoen meer. - In de begroting voor 2018 hadden we rekening gehouden met een rijksbijdrage via de vangnetregeling van € 2,7 miljoen. Door een hoger definitief Rijksbudget en een lager bijstandsvolume in 2018 is het voor het eerst sinds 2015 niet noodzakelijk gebruik te maken van deze regeling. Het verwachte tekort ten opzichte van de rijksbijdrage bedraagt voor 2018 0,2%.
-389
I
Sociaal vangnet: In 2018 maakten meer klanten gebruik van de leenbijstand. Dit was terug te zien in de hogere lasten op dit onderdeel, maar leidde ook tot een hoger bedrag aan aflossing op de leenbijstand dan was begroot. Het voordeel bedroeg € 0,1 miljoen.
112
I
Overige verschillen
60
I
Totaal baten
-217
6.4 Begeleide participatie
21.449
-21.449
21.429
-21.429
-20
20
Begeleide participatie
Toelichting
Begeleide participatie
Baten
bedragen x € 1.000,-
Toelichting
Bedrag
I/S
Overige verschillen
I
Totaal baten
6.5 Arbeidsparticipatie
9.052
28
-9.024
8.399
901
-7.498
-653
873
1.526
Arbeidsparticipatie
Toelichting
Arbeidsparticipatie
Lasten
bedragen x € 1.000,-
Toelichting
Bedrag
I/S
We behaalden een voordeel op het taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie van € 1,5 miljoen; een voordeel op de lasten van € 0,65 miljoen en een voordeel van € 0,87 miljoen op de baten. Dit is het resultaat voor verrekening met de reserve overlopende posten, waarmee we delen van het budget doorschuiven naar 2019. Het saldo van dit taakveld, na verrekening met de Reserve overlopende posten, storten we in de Reserve Sociaal Domein.
I
Participatiebudget: Bij de lasten behaalden we ten opzichte van de begroting een voordeel van ongeveer € 0,3 miljoen. Daar waren een tweetal oorzaken voor: - In de september circulaire was aangegeven dat we in 2018 via de integratie uitkering Participatie (septembercirculaire 2018) recht hadden op een re-integratiebudget van ongeveer € 5,3 miljoen. Dit is ongeveer € 0,1 miljoen meer dan in de vorige circulaires was gemeld. Dit werd veroorzaakt door de vrijval bonusregeling beschut werken omdat op macro niveau een bedrag hierop was overgebleven en deze zijn over gemeenten herverdeeld. - In de begroting hielden we rekening met de begeleidingskosten voor plekken Beschut Werk. De taakstelling voor 2018 was 48 plekken. Het werden er 24.
-289
I
FactorWerk: Het Rijk gaf geld voor de oprichting en inrichting van FactorWerk. Dat geld ging niet naar ons als coördinerende gemeente, maar naar de arbeidsmarktpartijen die samenwerken in het regionaal werkbedrijf. Die gebruiken het extra geld om hun samenwerking binnen de regio te versterken en te zorgen dat die goed blijft. Ze benutten het budget in 2018 niet helemaal. Het bedrag van ongeveer € 0,1 miljoen dat nog over is, moet beschikbaar blijven voor 2019. Dit bedrag nemen we via een reserve overlopende posten mee naar 2019.
-94
I
Investeringsagenda: Op 23 maart 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel om in totaal € 1,1 miljoen uit de reserve sociaal domein beschikbaar te stellen voor een 7-tal projecten die de transformatie in het sociaal domein stimuleren. De projecten "regelluw verstrekken van uitkeringen" en "Iedereen doet mee" zijn in de loop van 2017 gestart. Het project "regelluw" is later gestart en kent daardoor een doorloop tot eind 2019. Binnen het project “Iedereen doet mee” loopt het onderdeel Proeftuin psychische aandoening nog door in 2019, aangezien inwoners die hier aan deelnemen een traject volgen dat 2 jaar duurt. Beide projecten lopen dus door in 2019 en we nemen het restant budget van € 0,2 miljoen via een reserve overlopende posten mee naar 2019.
-130
I
IPS trajecten/Krachtwerk uit Maatschappelijke opvang/Beschermd Wonen: Op dit project gaven we in 2018 € 0,4 miljoen minder uit dan begroot. De complexiteit van dit project, deels te maken met privacywetgeving en de zorgvuldige afstemming met de GGZ, beïnvloedde de selectie voor deelname. Het kostte meer tijd om deelnemers te selecteren die passen binnen het kader van dit project (Begeleid Wonen en psychische problematiek zowel voor Apeldoornse als regionale inwoners) waardoor dit arbeidsintensief was. Dit maakte dat de bestedingen op dit project zich later dan ingeschat realiseerden. In 2018 zijn wel een substantieel deel van de plannen van aanpak gestart maar nog niet geheel gefactureerd. Hierdoor bleven de bestedingen ook achter bij de begroting. Het restant budget wordt toegevoegd aan de Reserve Sociaal domein. Aangezien het deels regionale middelen zijn wordt dit deel gestort in de nieuw te vormen bestemmingsreserve regionaal budget BW en mo. Hiermee blijven de middelen beschikbaar voor 2019.
-415
I
Wet inburgering: In de Wet Inburgering is sinds 2017 geregeld dat asielmigranten een participatieverklaringstraject moeten afleggen. Het traject wordt afgesloten met het ondertekenen van een participatieverklaring. Wij besteedden de begeleiding van dit traject uit. We ontvingen in 2018 voor deze taak een Rijksbijdrage van € 0,6 miljoen. Hiertegenover stonden € 0,5 miljoen aan lasten. Per saldo een voordeel van € 0,1 miljoen.
467
I
Statushouders opnieuw thuis: Voor de jaren 2016 - 2019 hebben we een plan gemaakt voor de huisvesting en integratie/participatie van statushouders, op basis van de nota 'Statushouders Opnieuw Thuis'. We ontvingen van het Rijk middelen tot en met 2017. Van dit budget resteert nog € 0,3 miljoen waarvoor we al gedeeltelijk verplichtingen zijn aangegaan. We nemen dit restant via een reserve overlopende posten mee naar 2019.
-317
I
Project Screening en matching statushouders (Divosa): Ten behoeve van het versnellen van de integratie en participatie van statushouders via werk en of scholing is het ministerie van SZW een project gestart, waarin regiocoördinatoren het aanspreekpunt zijn in hun regio op dit onderwerp. De taak van regiocoördinatoren hebben we voor onze regio toebedeeld aan Lucrato (t.b.v Apeldoorn) en aan de gemeenten Deventer, Zutphen, Lochem en Harderwijk. Zij declareerden in 2018 de kosten van hun regiocoördinatoren bij ons, wat bij ons als last is geboekt. Deze lasten declareerden wij vervolgens bij Divosa en zijn bij ons als baat geboekt. Dit maakt een saldo van € 0,-.
124
I
Overige verschillen
2
I
Totaal lasten
-652
Baten
bedragen x € 1.000,-
Toelichting
Bedrag
I/S
FactorWerk: Het Rijk heeft geld gegeven voor de oprichting en inrichting van FactorWerk. Dat geld gaat niet naar ons als coördinerende gemeente, maar naar de arbeidsmarktpartijen die samenwerken in het regionaal werkbedrijf. Die gebruiken het extra geld om hun samenwerking binnen de regio te versterken en te zorgen dat die goed blijft. Ze hebben het budget in 2018 niet helemaal gebruikt. Het bedrag van ongeveer € 0,1 miljoen dat nog over is, moet beschikbaar blijven voor 2019. Dit bedrag nemen we via een reserve overlopende posten mee naar 2019.
38
I
Wet inburgering: In de Wet Inburgering is sinds 2017 geregeld dat asielmigranten een participatieverklaringstraject moeten afleggen. Het traject wordt afgesloten met het ondertekenen van een verklaring; de zogenoemde participatieverklaring. Wij hebben de begeleiding van dit traject uitbesteed. We hebben in 2018 voor deze taak een Rijksbijdrage ontvangen van € 0,6 miljoen. Hiertegenover stonden € 0,5 miljoen aan lasten. Per saldo een voordeel van € 0,1 miljoen.
596
I
Project Screening en matching statushouders (Divosa): Zie toelichting bij de lasten.
8508 Inkomensoverdrachten overige instellingen en personen
20
20
74
74
54
54
8400 Overige goederen en diensten
77
77
75
75
-2
-2
Saldo
110.285
58.356
-51.929
105.667
59.443
-46.224
-4.618
1.087
5.705
0.10 Mutaties reserves
100
3.699
3.599
739
4.026
3.287
639
327
-312
Mutaties reserves
Toelichting
Mutaties reserves
Lasten
bedragen x € 1.000,-
Toelichting
Bedrag
I/S
FactorWerk: Het saldo op taakveld 6.5 arbeidsparticipatie voor het onderdeel FactorWerk is ongeveer € 0,1 miljoen. Dit saldo nemen we via een reserve overlopende posten mee naar 2019.
132
I
Investeringsagenda: Het saldo op taakveld 6.5 arbeidsparticipatie voor het onderdeel Investeringsagenda is ongeveer € 0,2 miljoen. Dit saldo nemen we via een reserve overlopende posten mee naar 2019.
190
I
Statushouders opnieuw thuis: Het saldo op taakveld 6.5 arbeidsparticipatie voor het onderdeel Statushouders opnieuw thuis is ongeveer 0,3 miljoen. Dit saldo nemen we via een reserve overlopende posten meer naar 2019.
317
I
Totaal lasten
639
Baten
bedragen x € 1.000,-
Toelichting
Bedrag
I/S
Ten behoeve van het taakveld 6.3 inkomensregelingen wordt een bijdrage uit de bedrijfsvoeringreserve ontvangen.