- Het rijk hanteert verdeelmodellen voor de verdeling van de landelijke budgetten voor zorgtaken (WMO, lokaal, beschermd wonen en maatschappelijke opvang) over gemeenten. Deze verdeelmodellen sluiten niet altijd aan op de lokale situatie van gemeenten.
- Het rijk voert bij de decentralisatie van zorgtaken kortingen door op de oorspronkelijke budgetten. Die kortingen zijn nog steeds aan de orde. Ook omdat er sprake is van verschuivingen van cliënten tussen zorgwetten.
- Extramuralisering (GGZ, Justitie, ZVW en WlZ) leidt tot extra instroom van inwoners naar de gemeentelijke WMO. De kosten van WMO lokaal en Beschermd wonen nemen hierdoor toe.
- Gerechtelijke uitspraken, zoals van de Centrale Raad van Beroep, hebben gevolgen voor de uitvoering van de Wmo. Het gaat om uitspraken over huishoudelijke hulp, de mantelzorg en woningaanpassingen.
- Omdat de eigenbijdrage van clienten (via CAK) per 1/1/2019 niet meer inkomensafhankelijk maar wettelijk gemaximaliseerd is 17,50 per maand verwachten we dat meer inwoners een beroep zullen doen op met name huishoudelijke hulp.
- Een structureel financieel tekort op de WMO moet worden gedekt uit andere budgetten binnen het zorgdomein of uit de algemene middelen.
- Actieve bestuurlijke en ambtelijke lobby gericht op een toereikende rijksvergoeding voor het zorgdomein. Lobby via VNG en G32 richting het rijk. Actieve samenwerking met andere gemeenten en zowel de lokale als regionale belangen zo duidelijk mogelijk naar voren brengen.
- Effectieve en efficiënte (samenwerkings)afspraken maken met regio gemeenten op het vlak van inkoop, informatievoorziening, monitoring en verantwoording. Hier versterken wij onze rol als opdrachtgever en kunnen wij met zorgaanbieders een zo goed mogelijke prijs-kwaliteit-verhouding overeenkomen. We zetten in op toezicht en handhaving bij instellingen om misbruik van middelen te voorkomen.
- Door strengere beoordeling zullen inwoners minder gebruik kunnen maken van de individuele voorzieningen.
- Inwoners doen beroep op gemeentelijke WMO terwijl in een aantal gevallen de WLZ passend zou kunnen zijn.
Risico's
761 Structureel onvoldoende budget Wmo
Structureel onvoldoende budget Wmo | ||
---|---|---|
Organisatie onderdeel | Eenheid Jeugd, Zorg & Welzijn | BPM: Programma 7 |
Portefeuillehouder | N.T. Stukker | |
Doelstelling | Alle burgers doen zo goed mogelijk zelfstandig, volwaardig met een aanvaardbare kwaliteit mee aan de samenleving en worden ondersteund waar nodig. | |
Definiëren risico's | ||
Oorzaak risico | Gevolgen risico | Maatregelen |
Classificieren risico's | ||
Financieel effect | € 6.000.000 | |
We hebben te maken met oplopende kosten voor de lokale wmo (begeleiding, dagbesteding) door toename van het aantal cliënten en (dure) maatwerkvoorzieningen. Ook voor huishoudelijke hulp (schoon huis) lopen de kosten op als gevolg van het abonnementstarief per 2019. Voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang is het de bedoeling dat vanaf 2021 de huidige constructie van centrum- gemeenten en het historische verdeelmodel worden vervangen door doordecentralisatie van bw/mo taken naar en het objectief verdelen van het macrobudget over alle gemeenten. Dit zou grote gevolgen hebben voor de centrumgemeenten, Apeldoorn en Arnhem in het bijzonder en zou ook gevolgen kunnen hebben voor de zorg voor een groep kwetsbare inwoners in onze gemeente. Rijk en VNG zijn op de hoogte van de nadelen van deze systeemwijziging. Wij voeren hierin met een aantal gemeenten een intensieve lobby o.a. gericht op een zorgvuldig en langjarig ingroeipad als het budget voor bw/mo over alle gemeenten verdeeld zou gaan worden. De raad is per brief van 19 maart 2019 (2019-174798) geïnformeerd over deze ontwikkeling. | ||
Kans (0 - 100%) | 70 % | |
Impact op de doelstelling | Doelstelling wordt niet gehaald | |
Impact op de doelstelling | Zeer ernstige schade (landelijke pers) |