Algemene Indicatoren
Rekening 2016 | Rekening 2017 | Begroting 2018 | Rekening 2018 | Toelichting | |
---|---|---|---|---|---|
Formatie: aantal FTE per 1.000 inwoners | 7,2 | 7,2 | 7,4 | 7,2 | |
Bezetting: aantal FTE per 1.000 inwoners | 7,3 | 7,3 | 6,8 | 7,3 | |
Ruimte | -0,1 | -0,1 | 0,6 | -0,1 | |
Formatie: aantal FTE | 1.141,61 | 1.161,10 | 1.169,55 | 1.166,52 | |
Bezetting: aantal FTE | 1.141,89 | 1.174,78 | 1.071,04 | 1.186,14 | |
Ruimte (aantal FTE) | -0,28 | -13,68 | 98,51 | -19,62 | |
Inhuur (aantal FTE)* | 186,26 | 188,90 | n.t.b. | 174,81 | |
Apparaatskosten: kosten per inwoner | € 668,00 | € 624,00 | € 669,00 | n.t.b.* | |
Externe inhuur: Kosten als % van totale loonsom | 15,5% | 13,7% | n.v.t | 15,6% | |
Automatiseringskosten (* € 1 mln.) | € 10,3 | € 10,0 | € 11,3 | € 9,9 | inclusief loonkosten |
Inkoop % uitgaven bij lokale bedrijven | 40% | 40% | n.t.b.* | ||
Overhead: % van totale lasten | 7,5% | 7,6% | 9,5% | 9,3% |
* de effectindicatoren apparaatskosten en het inkoop % uitgaven bij lokale bedrijven zijn afkomstig uit Vensters voor bedrijfsvoering (de opgaaf over 2018 wordt in 2019 opgesteld)
Formatie en bezetting
In 2018 is de formatie (financiering vanuit de structurele begroting) met 5 fte licht gestegen ten opzichte van 2017. De bezetting (realisatie) is eveneens toegenomen tot 1186,14 fte (1324 medewerkers). De kleine 20 fte aan bezetting die bovenformatief is ingevuld, wordt via incidentele middelen gefinancierd.
2016 | 2017 | 2018 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Aanstellingen in aantal | aantal | % | aantal | % | aantal | % |
Vast | 1233 | 93 | 1245 | 93 | 1243 | 94 |
Tijdelijk | 93 | 7 | 94 | 7 | 81 | 6 |
1326 | 100 | 1339 | 100 | 1324 | 100 |
Er is een lichte daling in het aantal tijdelijke aanstellingen ten opzichte van eerdere jaren. Het streven is om, waar mogelijk, medewerkers een vaste aanstelling aan te bieden. Via ‘loonsomsturing’ willen we binnen de mogelijkheden van vaste aanstellingen in algemene dienst, flexibiliteit in de organisatie bewerkstelligen. In 2018 is een proef met ‘loonsomsturing’ gestart binnen de bedrijfsvoeringseenheden.
Externe inhuur
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de externe inhuur weergegeven.
Inhuur bij eenheden in fte | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|
Directie | |||
Strategie & Regie | 2,11 | 0,94 | |
Publiek, Ondernemen & Wijken | 10,17 | 14,67 | 14,89 |
Ruimtelijke Leefomgeving | 21,13 | 24,86 | 26,42 |
Jeugd, Zorg & Welzijn | 39,94 | 26,11 | 28,65 |
Activering & Inkomen | 45,01 | 53,68 | 28,69 |
Beheer & Onderhoud | 10,78 | 10,44 | 9,11 |
Projecten Vastgoed & Grond | 13,64 | 22,23 | 22,36 |
Veiligheid & Recht | 5,56 | 3,81 | 3,44 |
Organisatie | 13,50 | 18,83 | 17,39 |
Financiën & Control | 7,39 | 2,22 | 6,22 |
Informatie | 16,50 | 11,11 | 17,64 |
Totaal | 186,26 | 188,90 | 174,81 |
Inhuurcijfers zijn inclusief:
• Inleen van ambtenaren van andere overheden
Externe inhuur gebruiken we met name voor tijdelijke ondersteuning binnen de diverse eenheden, bij de tijdelijke uitvoering van taken, als tijdelijke vervanging bij ziekte en bij taken die we als gemeente op termijn niet structureel zullen uitvoeren. Inzet van tijdelijke projectleiders bekostigen we uit projectgelden. De inhuur is per peilmoment 31-12-2018 afgenomen met 14,09 fte ten opzichte van 31-12-2017. In het afgelopen jaar is actief ingezet op vermindering van de inhuur en zijn tijdelijke taken die van langdurigere aard zijn, waar mogelijk, via de reguliere bezetting ingevuld. Hierdoor is het aandeel van inhuurkrachten op de gehele populatie gedaald van 13,74% in 2017 tot 12,84% in 2018.
De grootste daling van inzet van inhuurkrachten zien we bij de eenheid Activering & Inkomen. In de eerste helft van 2018 zijn inhuurkrachten ingezet in verband met een kwaliteitsverbetering, door middel van trainingen en begeleiding op nieuwe werkwijzen binnen de vaste bezetting. We continueren hier de ontwikkeling van medewerkers, maar dit heeft inmiddels minder effect op de reguliere bedrijfsvoering, waardoor er minder inzet van inhuurkrachten noodzakelijk is. Overigens blijft bij de eenheid Activering & Inkomen het principe van ‘trap op, trap af’ van toepassing, waarbij inzet flexibel meebeweegt met de fluctuatie van het aantal klanten.
Bij de eenheid Informatie zien we een toename in inzet van inhuurkrachten ten opzichte van 2017. Deze toename heeft te maken met de ontwikkeling waarin deze eenheid zich bevindt. De eenheid Informatie wil een kwaliteitsverbetering in de dienstverlening bewerkstelligen, waarbij zij investeert in de ontwikkeling van medewerkers en in optimalisatie van processen. Met de medezeggenschap spreken we over de ingezette ontwikkelkoers en is vooralsnog vrijgevallen vacatureruimte, bijvoorbeeld door vrijwillige mobiliteit en uittreding in verband met pensioen, ingevuld via inhuurkrachten. Om de continuïteit van de dienstverlening te kunnen waarborgen, is afgesproken dat we in het eerste kwartaal van 2019 de vrijgevallen formatieruimte via aanstelling invullen.
De eenheid Ruimtelijke Leefomgeving anticipeert met inzet van een flexibele schil van inhuurkrachten op de invoering van landelijke wetgeving, zijnde Omgevingswet en Wet Private Kwaliteitsborging. Omdat de omvang van de verandering van taken nog niet helder is, vangt de eenheid externe arbeidsmobiliteit op door inzet van inhuurkrachten.
De eenheid Financiën en Control heeft te kampen met krapte op de arbeidsmarkt ten aanzien van specialisten. Vacatures op een aantal vakdisciplines staan lang open en vullen we met tijdelijke inhuur op.
Ziekteverzuim
De in 2017 ingezette daling in het verzuim, heeft zich in 2018 niet doorgezet. Het hoge verzuimpercentage is toe te schrijven aan een toename in het kortdurend verzuim, veroorzaakt door de hardnekkige griep die heel Nederland heeft geteisterd. Maar er is ook een toename in het middellange en langdurige verzuim. Het verzuimpercentage is in 2018 gestegen naar 5,8%.
Jaar | Percentage |
---|---|
2011 | 5,1% |
2012 | 5,1% |
2013 | 4,9% |
2014 | 5,2% |
2015 | 5,5% |
2016 | 5,2% |
2017 | 4,9% |
2018 | 5,8% |
De acties die in 2018 zijn ingezet om het ziekteverzuim aan te pakken, hebben niet kunnen voorkomen dat het verzuim is toegenomen. Naast de continuering van de bestaande set aan acties, worden in het eerste kwartaal van 2019, samen met de arbo-dienstverlener (bedrijfsarts, inzetbaarheidscoach en arbeidsdeskundige), de verzuimaanpak en de preventieve maatregelen aangescherpt om het verzuim verder terug te dringen.