Jaarrekening 2018

Financiering

Rentetoerekening

Rentetoerekening

In het BBV is vanaf 2017 voorgeschreven hoe wij de doorberekening van de rente dienen te verantwoorden. In het verleden waren gemeenten vrij om zelf te bepalen hoe zij de rentekosten in de begroting opnamen. Veelal gebeurde dit middels een vorm van renteomslagpercentage, in onze gemeente hanteerden wij marktconforme rentepercentages. Het nieuwe renteomslagpercentage dient op een éénduidige wijze berekend te worden door alle gemeenten, zodat onderlinge vergelijkbaarheid toeneemt en beter aansluit bij de werkelijke rentekosten. Hieronder is het schema opgenomen dat inzicht verschaft tussen de rentekosten en rentedekking binnen de begroting en rekening.

bedragen *€ 1.000

Renteschema

Begroting 2018

Rekening 2018

a

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

12.966

11.710

b

De externe rentebaten (idem)

-2.664

-2.770

c

Saldo rentelasten en rentebaten

10.302

8.940

c1

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-3.663

-2.903

c2

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

-717

-717

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

717

717

-3.663

-2.903

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

6.639

6.037

d1

Rente over eigen vermogen

179

172

d2

Rente over voorzieningen

2.038

1.905

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

8.856

8.114

e

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-11.362

-8.324

f

Renteresultaat op taakveld treasury

-2.506

-210

Bij de externe rentelasten is er sprake van een voordeel omdat er minder leningen met een lange looptijd zijn aangetrokken dan begroot, en de leningen die aangetrokken zijn, zijn gemiddeld tegen een lager rentepercentage aangetrokken. Op de leningen met een korte looptijd hebben wij rente ontvangen terwijl wij dat op 0% hadden begroot. Zie hiervoor ook onderdeel 2.3.3.1 elders in deze paragraaf voor meer informatie.
De rente die aan het grondbedrijf kon worden door berekend viel lager uit vanwege lager geïnvesteerd vermogen in het grondbedrijf per 1-1 dan vooraf ingeschat. Tevens viel het verplichte nacalculatie-rentepercentage lager uit, 1,8% om 2,1%.
In de begroting hielden wij rekening met een rente-omslag percentage voor de Algemene Dienst van 2,0%. Wij hebben dit percentage in werkelijkheid herrekend en vastgesteld op 1,5% in verband met het te verwachten renteresultaat. Conform BBV-voorschriften is dit verplicht als het renteresultaat te veel afwijkt. Op de taakvelden elders in de begroting heeft dit lagere rentepercentage tot voordelen op de kapitaallasten geleidt. Gemeente breed is dit neutraal.

ga terug